Wim Opbrouck is een liefhebber.
Iemand die liefheeft wat met liefde en toewijding door mensenhanden gemaakt, op maat gesneden, ambachtelijk gebrouwen,
geweven, gekweekt, ontworpen of gebouwd is.
Hij vertelt je er met plezier in geuren en kleuren over.
Ik hou van huisgemaakte, artisanale bereidingen. Ik hou van handgeschept papier, van vulpennen en kleurpotloden. Van versgebakken brood en van geschuurde eiken planken waarop dat knapperige brood mag liggen. Ik hou van zorgvuldig gedekte tafels met wit linnen en zilveren bestek. Van oude porseleinen serviezen en glanzende kristallen waterkannen.
Ik hou van het goede leven.
Troost vinden in schoonheid, het blijft voor mij (als ware hedonist)
een voortdurende zoektocht.
De schoonheid zien in een moestuin, een bundel verse asperges, een bakje aardbeien, een ruiker veldbloemen, een Mechelse Koekoek of een melklammetje Blue de Maine. De liefde van de makers voelen in een fris glas volle melk of in een pakje gezouten hoeveboter,
het maakt me zo intens gelukkig.
De onvoorwaardelijke passie van de meester proeven in een stukje West-Vlaams rood vlees, een glas mousserende wijn van Entre-Deux Monts, een artisanaal gebrouwen bier, of in een stuk gerijpt kaas
is voor mij het allerhoogste wat er is.
Een tijd geleden kreeg ik een telefoontje van Flandrien Kaas met de vriendelijke vraag of ik niet het gezicht zou willen worden van hun kaaswedstrijd? Er zou een display met mijn afbeelding in de kaaswinkels komen en de deelnemers aan de wedstrijd zouden een optreden winnen van ondergetekende. Er zou geen fotosessie aan te pas komen want de makers van Flandrien Kaas hadden hun oog laten vallen op een foto van mijzelf tijdens een optreden ergens te lande. Op de foto staat een stralende, intens gelukkige Wim Opbrouck met zijn accordeon. Geen discussie, die foto zou het worden! Geen sprankel twijfel bij de kaasmakers: “Dit is het beeld dat we willen hebben”, klonk het volmondig.
En of ik misschien niet eens een bezoek wilde brengen aan de kaasmakerij in Wervik? Dan kunnen we ook eens praten over het maken van een filmpje en een rondleiding krijgen in het bedrijf.
Zo geschiedde. Bavikhove-Wervik is volgens Google Maps slechts 26 minuten rijden met de auto. Een perfect overbrugbare afstand. Bij aankomst aan de kaasmakerij staat kaasbaas Jan me op te wachten. De kaasmakerij is een wit gebouw waarvoor een tankwagen geparkeerd staat die de verse melk komt aanleveren. Alvorens de rondleiding aan te vatten drinken we samen met kaasbazin Helga (Jans echtgenote) een kopje koffie omringd door een muur van kaasbollen.
Door een groot vensterraam zie ik het kloppend hart van de kaasmakerij. Een wondere wereld van wrongel, wei en stremsel ontvouwt zich voor mijn ogen. Kaasmeesters in witte jassen en haarnetjes op, zweven voorbij het kijkvenster. De opperkaasmeester voert met de grootste precisie een traditionele Japanse dans uit, als ware het een spirituele Tai Chi. Langzaam en beheerst laat hij een glanzende hark door wei en wrongel glijden, een kunst die eeuwen oud lijkt.
Terwijl ik geniet van die perfect uitgevoerde handeling, hoor ik een trage beweging van Gustave Mahler, iets meeslepend en groots. Iets wat volstrekt samenvalt met de nobele kunst van het kaasmaken.
De kaasmakerij is een prachtig verchroomd universum omneveld in alle mogelijke tinten geel. Alles planeert en roetsjt, zwiert en schuift in één lange ademtocht van melk- tot pekelbad. Kaaswielen wentelen langs tandraderen en menselijke armen dragen dan weer liefdevol de reuzenbollen naar de volgende stap in het proces. Het is één elegante choreografie, één langgerekte dans tot in de rijpingszaal.
Etiketteren en banderolleren gebeurt met onvoorstelbaar vaste hand, net zoals het flinterdunne lijntje dat handmatig op elke nieuwe Rolls Royce wordt gezet. Ik ben betoverd door het af- en aanrijden van de vorkliften en stapelaars. Hun haast synchroon ballet doet me denken aan Charlie Chaplin in de film Modern Times, waarin Chaplin geblinddoekt een meesterlijke choreografie uitvoert op rolschaatsen.
Alles danst en walst in de kaasmakerij. Ik hoor wéér muziek, de Nocturne No. 5 van Fréderic Chopin dit keer.
Kaas wordt kunst in mijn hoofd, ambacht wordt meesterschap. Ik zweef nu zelf doorheen de kaasmakerij als in een film van Roy Anderson, kinderlijk verwonderd zoals Jaques Tati in Play Time. Dit moet de film worden! Een ode aan de grootmeesters, een lofzang op de nobele kunst van het kaasmaken. Een dans die een glimlach op de lippen tovert, zoals de aanblik van een lekkere kaas ons het water in de mond doet krijgen.
Na het ‘au revoir’ met Jan en Helga rij ik zacht zoemend, denkend aan Chaplin en Tati, terug naar huis. In een linnen tasje naast me op de passagiersstoel, zitten enkele stukken Flandrien Jong, Gerijpt, Oud en Grand Cru, broederlijk naast elkaar te geuren. Een geschenkje. Het typeert de gastvrijheid en generositeit waarmee Helga en Jan hun kaasmakerij runnen. Liefdevol en met de grootste kennis van zaken.
Alleen zo wordt een meesterwerk geboren.